Leven na... een psychose. Anita Hubner: ‘Ik wil het stigma op psychische aandoeningen doorbreken’
Anita Hubner is psycholoog, spreker, dagvoorzitter en auteur. In toenemende mate legt ze zich toe op het tegengaan van het stigma op psychische aandoeningen. Anita weet waar ze over spreekt, ze kreeg op 21-jarige leeftijd een psychose. Voor Hoofdzaken schreef ze het onderstaande blog, het eerste in de rubriek ‘Leven na/met...’
Ik kon altijd goed leren. Zonder problemen doorliep ik het gymnasium. Daarna ben ik psychologie gaan studeren. Ik had veel vrienden. Aan de buitenkant leek er niets aan de hand. Ik was 21 jaar en derdejaarsstudente toen ik een psychose kreeg. Onverwerkte traumatische zaken uit mijn kindertijd kwamen naar boven en uitten zich in een psychose.
Ik ben opgenomen in een psychiatrische kliniek voor jongeren. Destijds (1995) was de visie op psychose dat het een hersenziekte was. Dat trauma in de kindertijd iemand psychisch kwetsbaar kan maken en op latere leeftijd tot een psychose kan leiden, werd toen niet onderkend. Oorzaak en gevolg werden omgedraaid: men dacht dat mensen in een psychose een trauma verzonnen. Ook ik werd niet geloofd door mijn behandelaren.
Afgestudeerd als psycholoog
De visie op herstel na een psychose was pessimistisch. “Wie ooit een psychose heeft gehad, wordt nooit meer beter’, zei mijn psychiater. “Afstuderen zal niet meer lukken, laat staan betaald werken. Het beste is om uit te stromen naar een beschermde woonvorm, en met een Wajong-uitkering vrijwilligerswerk te doen.”
Zijn uitspraak was een klap in mijn gezicht. Toch pakte ik het studeren op. Na 10 minuten lezen wist ik niet meer wat ik had gelezen. Met oefenen en doorzetten kwamen mijn geheugen en concentratie terug. Tegen de verwachting in studeerde ik af. Ik ben als psycholoog gaan werken in de geestelijke gezondheidszorg, onder andere in een tbs-kliniek, een ggz-instelling en een beschermde woonvoorziening.
Officieel is mijn diagnose bipolaire stoornis. Dat ik dit heb vind ik geen probleem, ik kan met de beperkingen leven. Waar ik wel moeite mee heb is, zijn de stigmatisering en vooroordelen zodra mensen weten dat je een psychische aandoening hebt. Dat bleek al bij mijn terugkomst naar de universiteit. Ik keek ernaar uit mijn medestudenten te zien. Toen ik op ze afkwam, liepen ze letterlijk weg, alsof ik een melaatse was. Ik heb ook meegemaakt dat ik een baan niet kreeg omdat werkgevers dachten dat ik niet capabel genoeg was als psycholoog. Of dat er hoog risico was op ziekteverzuim. En bij daten vond ik het spannend hoe de ander zou reageren: soms hield het daten vlak daarna op.
Trauma verwerkt met therapie
Deze ervaringen zijn kwetsend en hebben mijn zelfvertrouwen aangetast. Gelukkig staan er ook positieve ervaringen tegenover. Werkgevers die mijn ervaringsdeskundigheid juist als pre zagen of als waardevolle levenservaring. Ik heb nieuwe vrienden gekregen. En het mooiste: ik ben getrouwd met een geweldige man en ik heb een warme schoonfamilie. Met therapie heb ik mijn trauma verwerkt.
Ik denk altijd in mogelijkheden. Als iemand zegt “Dat kan je niet” of “Dat is voor weinig mensen weggelegd”, dan denk ik: Hoe bereik ik het? Zo heb ik me in het ondernemerschap verdiept en hoe ik, ondanks mijn beperkingen, mijn bedrijf kan opbouwen. Inmiddels ben ik spreker en dagvoorzitter bij een gerenommeerd sprekersbureau waar ook vele bekende Nederlanders te boeken zijn. Ik heb een boek geschreven dat is uitgegeven bij een wetenschappelijke uitgever. Ik word geboekt om workshops te geven rondom mijn boek. Ik kom regelmatig in de media vanwege mijn boek.
Taboe en vooroordelen
Mensen zeggen: “Jij bent een uitzondering.” Dat is niet waar. Er zijn meer mensen die, net als ik, met een psychische aandoening prima functioneren. Maar door stigma durven ze niet naar buiten te treden. 43% van de Nederlanders krijgt ooit te maken met psychische klachten. Vaak gaan de meeste klachten over, of zijn ze hanteerbaar, al dan niet met behandeling, begeleiding of medicatie. De groep mensen die ernstig beperkt is of een delict pleegt, is vele malen kleiner. Uit angst voor stigma zwijgen mensen om niet met hen geassocieerd te worden.
Stigma zorgt ervoor dat mensen geen werk of relatie krijgen. Of ze trekken zich terug omdat ze al vaak gekwetst zijn. Daarom moet het taboe op psychische aandoeningen doorbroken worden. We moeten beseffen dat onze vooroordelen niet kloppen en dat we daardoor mensen met een psychische aandoening onterecht uitsluiten. Om Bill Clinton te citeren: “Mental illness is nothing to be ashamed of, but stigma and bias should shame us all.”
Anita Hubner schreef het zelfhulpboek ‘Vertel ik het wel of vertel ik het niet? Omgaan met het stigma op psychische aandoeningen’ (Uitgeverij Boom, Psychologie & Psychiatrie, 2021). Meer informatie over Anita’s bedrijf staat op haar website www.anitahubner.nl
Foto Anita: Esther van Putten